Een taartje om je vingers bij af te likken zijn sloffen. Normaliter kochten we deze altijd bij de banketbakker. En toch wilde ik het proberen zelf te maken en met succes! In alle varianten zijn ze lekker. Wat sloffen zo lekker maakt is de subtiele spijssmaak die eraan zit. Hoe je spijs zelf maakt vind je hier. Voor een slof heb je een sloffenring nodig. Je kan de topping op verschillende invullen. Deze slof is met slagroom en mascarpone. Yummie, yummie…
Wat heb je nodig voor twee sloffen?
• 175 gram suiker
• 175 gram boter
• 275 gram zelfrijzend bakmeel
• Ei
• Rasp van een halve limoen
• Snufje zout
• Spijs
Voor de topping
• 2 x 125 ml slagroom
• 500 ml mascarpone
• 200 gram poedersuiker
• Vanillestokje
• Handje frambozen en blauwe bessen
Mix de suiker, boter, ei en snuf zout door elkaar. Voeg daaraan de zelfrijzend bakmeel en limoenrasp toe.
Als alles door elkaar is, heb je een mooi stuk deeg.
Wikkel het deeg in een folie en doe het voor minimaal een uur in de koelkast.
Halveer het deeg en rol met een deegroller een plak van ca. 1 cm. Als je plak is uitgerold, dan druk je met de sloffenring de vorm uit. Doe het deeg op een bakpapier.
Plaats de sloffenring weer terug en doe de spijs op het deeg. Voeg aan de spijs wat water toe om het wat vloeibaarder te maken. Laat ca. een centimeter van de zijkanten vrij.
Als je twee sloffenringen hebt, dan kun je beide tegelijk in de over bakken. Bak de sloffen ca. 30 minuten op 180 graden.
Als de slof mooi goudbruin is, laat je deze afkoelen. Meng de mascarpone, poedersuiker, vanillemerg en opgeklopte slagroom door elkaar. Doe het mengsel op de slof. Dit kan met een spuit of je strijkt het met een pallet mes glad. Frambozen en blauwe bessen erop…
En smullen maar. Yummie!!
Een gedachte over “Framboos blauwe bes mascarponeslof”